Kavelruilen Dinkel Zuid
Het waterschap Vechtstromen is voornemens ca. 7 ha grond uit te ruilen rondom de Dinkel (Zuid), ten behoeve van de realisatie van taakgebonden doelen van waterstaatkundige aard (waarbij het waterschap zelf gronden inbrengt) en ten behoeve van een efficiënte verkaveling van gronden in het gebied. De Dinkel is als gevolg van het project “Dinkel Zuid” op diverse plekken verlegd. Met deze ruil komt ook de ondergrond van de (deels verlegde) Dinkel inclusief een aantal oevers weer in eigendom van het waterschap. Het waterschap is van mening dat bij deze ruiling geen mededingingsruimte door middel van een selectieprocedure hoeft te worden geboden, nu bij voorbaat vaststaat of redelijkerwijs mag worden aangenomen dat op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria slechts de deelnemers in de kavelruil in aanmerking komen voor ruiling en alleen deze deelnemers in de positie zijn het eigendom van de door het waterschap gewenste percelen aan het waterschap in eigendom over te dragen.
Gemeente |
Sectie |
Nummer |
Oppervlakte (ca. m2) |
---|---|---|---|
Losser |
Q |
2025 |
6970 |
Losser |
Q |
2006 |
4270 |
Losser |
Q |
1989 |
200 |
Losser |
Q |
2008 |
24309 |
Losser |
Q |
646 |
950 |
Losser |
Q |
1847 |
2121 |
Losser |
Q |
2023 |
3220 |
Losser |
Q |
2017 |
28150 |
Losser |
Q |
1922 |
2128 |
Publicatie
Indien u zich niet kunt verenigen met dit voornemen tot kavelruil, omdat u meent daarvoor zelf als gegadigde in aanmerking te komen, dan dient u dit binnen 20 kalenderdagen na de datum van deze bekendmaking kenbaar te maken door middel van een reactie via het reactieformulier op deze pagina onder vermelding van “Reactie op voornemen tot Kavelruilen Dinkel Zuid”.
Bij gebreke van een tijdig en gemotiveerde reactie of het tijdig aanhangig maken van een kort geding vervalt het recht tegen al het voornoemde in rechte op te komen en/of daarop enige vordering tot schadevergoeding of welke andere aanspraak dan ook te baseren, althans heeft u uw rechten daarop verwerkt. Het waterschap Vechtstromen en de deelnemende kavelruilpartijen worden onredelijk benadeeld, indien pas na deze termijn alsnog tegen het voornemen respectievelijk het aangaan van de overeenkomst(en) zou worden opgekomen.