16 juni 2020


Onderwerpen:

  1. Zienswijze tweede wijziging Landelijk Afvalbeheerplan 2017-2019
  2. Notitie richtlijnen grote lozers
  3. Criterium instellen verbod grondwateronttrekking binnen 200 meter van kwetsbare, grondwaterafhankelijke natuur voor groeiseizoen 2020
  4. Deltaplan Biodiversiteitsherstel

Besluiten

1. Zienswijze tweede wijziging Landelijk Afvalbeheerplan 2017-2019

Besluit

Het dagelijks bestuur heeft 12 mei 2020 besloten:

  1. als waterschap een zienswijze in te dienen op de tweede wijziging LAP3 (Landelijk Afvalbeheerplan 2017-2019), op het onderdeel Groenverwerking (sectorplan 8);
  2. in deze zienswijze ook te pleiten voor spoedige wijziging van de regelgeving die de kleine kringloop bevordert;
  3. daarnaast de zienswijze van Kerngroep Circulair Terreinbeheer (verder genoemd CT) mede te ondertekenen.

Kernboodschap

Biomassa als bodemverbeteraar

Tijdens het maaien van onze rivieren, beken en sloten komt maaisel vrij. De vraag naar inzet van deze biomassa als bodemverbeteraar groeit. Het kan een wezenlijke bijdrage leveren aan het verbeteren van sponswerking van de bodem en daarmee aan het opvangen van klimaatveranderingen (meer opslag en vasthouden van neerslag) en het behalen van de Kaderrichtlijn Water-doelen (vermindering uitspoeling nutriënten (voedingsstoffen voor planten, veelal stikstof en fosfaat) en verbetering kwaliteit van het oppervlaktewater). Daarmee draagt het ook bij aan de circulaire economie. In de huidige wetgeving wordt het maaisel echter als afvalstof gezien en kan het enkel tijdens proeven als grondstof worden ingezet. Waterschap Vechtstromen heeft daarom een zienswijze ingediend op de tweede wijziging van landelijke wetgeving, het zogenoemde landelijk afvalval beheerplan (LAP3). Wij doen dit om hiermee aanpassing van de regelgeving rondom circulaire inzet van biomassa te stimuleren.

2. Notitie richtlijnen grote lozers

Besluit

Het dagelijks bestuur heeft 28 mei 2020 besloten:

  1. in te stemmen met de vier afwegingscriteria voor acceptatie of afwijzing van nieuw bedrijfsafvalwater van grote lozers op rioolwaterzuiveringsinstallaties, namelijk:
    - acceptatie mag niet leiden tot een verslechtering van de waterkwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater (zeker bij Kaderrichtlijn Water-waterlichamen) of tot overschrijding van de huidige of toekomstige vergunningseisen;
    - acceptatie mag niet leiden tot kostenverschuiving, tariefstijging of een verslechtering van de schuldlast;
    - acceptatie mag niet leiden tot grote juridische en/of financiële risico’s voor het waterschap;
    - acceptatie draagt bij aan de strategische doelen op gebied van energie, grondstoffen of samenwerking.
  2. in te stemmen met de notitie ‘Richtlijn grote lozers’.
  3. in te stemmen met een evaluatie van deze richtlijn na één jaar.

Kernboodschap

Waterschap Vechtstromen zuivert het stedelijk afvalwater. Dit bestaat voornamelijk uit huishoudelijk afvalwater en deels uit bedrijfsafvalwater. Voor huishoudelijk afvalwater heeft het waterschap een wettelijke ontvangstplicht (de plicht van de aanliggende eigenaar of grondgebruiker om maaisel en bagger op het land naast de watergang te ontvangen ev verwerken, al dan niet met een vergoeding), voor bedrijfsafvalwater niet. Als de zuivering voldoende ruimte biedt, kan ook het bedrijfsafvalwater van grote bedrijven worden gezuiverd. De laatste jaren krijgt het waterschap verzoeken om meer bedrijfsafvalwater van grote bedrijven te zuiveren. De betreffende zuivering heeft echter niet altijd voldoende ruimte in het zuiveringsproces en wij kunnen voorwaarden stellen aan de ontvangst van bedrijfsafvalwater. Elke situatie is daarbij anders, soms is bedrijfsafvalwater een welkome toevoeging en soms is de belasting een risico voor de bedrijfsvoering van een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Om in al die situaties toch tot een eenduidige afweging te kunnen maken, heeft het bestuur een richtlijn vastgesteld die helpt bij beoordeling van de acceptatie van nieuw bedrijfsafvalwater van grote lozers.

3. Criterium instellen verbod grondwateronttrekking binnen 200 meter van kwetsbare, grondwaterafhankelijke natuur voor groeiseizoen 2020

Besluit

Het dagelijks bestuur heeft 28 mei 2020 besloten:

  1. voor het jaar 2020 een besluit tot het instellen van een onttrekkingsverbod voor grondwater binnen 200 meter van kwetsbare, grondwaterafhankelijke natuur (zoals vastgelegd in de algemene regel voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van beregening en/of bevloeiing van 13 februari 2016) te laten nemen op basis van een combinatie van een criterium en een aantal overwegingen:
    • Het criterium is een neerslagtekort van meer dan 250 mm in ons beheergebied. We maken daarbij onderscheid tussen twee deelgebieden. Voor het gebied ten noorden van de Vecht berekenen we het neerslagtekort op basis van KNMI-station Hoogeveen, terwijl we voor het gebied ten zuiden van de Vecht gebruikmaken van KNMI-station Twente.
    • De overwegingen zijn:
      Voorgeschiedenis: indien er sprake is van een zeer natte voorgeschiedenis met hoge grondwaterstanden aan het begin van het groeiseizoen, dan kan overwogen worden om vooralsnog geen grondwateronttrekkingsverbod in te stellen.
      Weersvoorspellingen: indien er op korte termijn (tien dagen) neerslag van substantiële betekenis wordt verwacht, dan kan eveneens overwogen worden nog geen grondwateronttrekkingsverbod in te stellen.
    • Specifieke omstandigheden bij betreffende natuurterreinen en het grondwatersysteem op dat moment.
  2. voor de jaren na 2020 de situatie opnieuw te bezien in samenhang met de effectiviteit van het uitplaatsen van de bestaande bronnen uit de beschermingszone.

Kernboodschap

Het dagelijks bestuur van waterschap Vechtstromen heeft - evenals in 2019 - een criterium vastgesteld voor het moment van een verbod op grondwateronttrekkingen bij kwetsbare, grondwaterafhankelijke natuur ten behoeve van beregening en bevloeiing. Dit criterium geldt voor het groeiseizoen van 2020. Bij een neerslagtekort van meer dan 250 mm in ons beheergebied, wordt een grondwateronttrekkingsverbod ingesteld als de weersvoorspelling, voorgeschiedenis en de toestand van het watersysteem ongunstig zijn. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen twee deelgebieden, namelijk voor het gebied ten noorden van de Vecht berekenen we het neerslagtekort op basis van KNMI-station Hoogeveen en voor het gebied ten zuiden van de Vecht maken we gebruik van KNMI-station Twente.

4. Deltaplan biodiversiteitsherstel

Besluit

Het dagelijks bestuur heeft 16 juni 2020 besloten:

  1. in te stemmen met het deelnemen aan het Deltaplan Biodiversiteitsherstel;
  2. de bijdrage ad € 1.500 per jaar voor 2020 te dekken uit het exploitatiebudget thema- en gebiedsgerichte plannen en vanaf 2021 uit het nog beschikbaar te stellen budget “vergroening”;
  3. portefeuillehouder Wim Stegeman volmacht te geven voor ondertekening van de overeenkomst voor deelname aan het Deltaplan Biodiversiteitsherstel.

Kernboodschap

Vanuit de rol van waterbeheerder, die zorgt voor voldoende veilig en schoon water, onderschrijft het waterschap het belang van vergroening en biodiversiteit. Vergroten van biodiversiteit draagt bij aan een duurzame en gezonde samenleving. Het waterschap ontplooit verschillende initiatieven om biodiversiteit te vergroten, zoals het inzaaien van bloemmengsels, gedifferentieerd maaibeheer en de aanleg van natuurvriendelijke oevers en vispassages. De doelstellingen van het Deltaplan biodiversiteitsherstel sluiten naadloos aan bij de doelstelling van het waterschap om meer biodiversiteit te creëren. Daarom wordt waterschap Vechtstromen partner van dit samenwerkingsverband.