Programma Besturen en Organiseren: wat hebben we bereikt en wat hebben we daarvoor gedaan?


Programma besturen en organiseren ligt qua uitvoering voor veel maatregelen op schema. Hierna volgt een overzicht van de jaarresultaten 2020 en afwijkingen ten opzichte van de bestuurlijke voortgangsrapportage 2020.

Toelichting plaatje:

In 2020 is meer duidelijkheid gegeven aan het doelbereik op het gebied van duurzaamheid en ook zijn bij de MJV behandeling in 2020 concrete financiële afspraken gemaakt. Om die reden zijn de einddoelen voor die thema's nu ingekleurd terwijl dat bij de begroting 2020 nog niet het geval was.

Voor de inkleuring van de witte blokken die er nu nog staan, zijn we nog afhankelijk zijn van keuzes in de MJV en de nadere concretisering van de duurzaamheidsambities zal vorm krijgen in de programmabegroting 2022.

Inhoudelijke informatie

Wat heeft het gekost?

Netto lasten van het programma

De netto lasten voor het programma Besturen en Organiseren bedragen bij het jaarverslag 2020 € 24,4 miljoen. Ten opzichte van het bestuurlijk voortgangsrapport (BVR) 2020 vallen de netto lasten daarmee op een begroting van € 26,6 miljoen uiteindelijk € 2,2 miljoen (8,3%) lager uit. Hieronder zijn de voor- en nadelen weergegeven:

Voordelen ten opzichte van de BVR 2020 (€ 3,4 miljoen)

Structureel

  • Lagere kosten voor dienstverlening GBLT (gemeenschappelijk belastingkantoor locosensus en tricijn) (€ 840.000) en voor de rijksbijdrage voor de WOZ (€ 114.000) registratie. Er wordt nog nader onderzocht hoe groot de structurele component van GBLT is. Vooralsnog lijkt de begroting minimaal € 250.000 te zijn op basis van de meerjarenraming van GBLT.

Incidenteel

  • Voordeel op personeelsbeleid (€ 265.000) als gevolg van vrijval voorziening PBB. Deze vrijval maakt onderdeel uit van het voorstel tot resultaatbestemming.
  • Lagere kosten arbobeleid (€ 125.000) als gevolg van corona zijn diverse opleidingen en trainingen niet doorgegaan en is het PMO (Periodiek Medisch Onderzoek) uitgesteld.
  • Lagere besteding op het innovatiefonds (€ 473.000); het fonds is in 2020 opgestart. Een 4-tal voorstellen zijn inmiddels door het DB goedgekeurd. De kosten hiervoor worden vanaf 2021 pas gemaakt. De financiële ruimte wordt conform de vastgestelde Kennis en Innovatie agenda via de resultaatbestemming toegevoegd aan de bestemmingsreserve innovatie.
  • Hogere subsidieopbrengsten (€ 123.000) en lagere lasten (€57.000) voor internationale activiteiten als gevolg van o.a. de einddeclaratie van een 2-tal subsidietrajecten en minder activiteiten als gevolg van corona ontwikkelingen.
  • Lagere kosten voor bestuur doordat met name de toevoeging aan de pensioenvoorziening die voordeliger uitvalt (€ 211.000), alsmede een voordeel ten opzicht van de raming sociale lasten (€ 111.000.) tot slot lagere besteding (€ 150.000) kosten derden (o.a. advies en onderzoek).
  • Lagere kosten (€ 102.000) voor ondersteuning bij grondtransacties.
  • Lagere besteding (€ 131.000) op uitvoering communicatie onder andere als gevolg van de coronacrisis.
  • Het niet aanwenden van de post onvoorzien leidt tot een voordeel van (€ 486.000).
  • Voordeel (€ 386.000) op de overige incidentele plussen en minnen (< € 50.000), alsmede de overige doorbelaste personeel- en overheadkosten.

Nadelen ten opzichte van de BVR 2020 (€ 1,2 miljoen)

Structureel

  • Nadeel op inkoop en aanbesteding (-€ 242.000), als gevolg van noodzakelijke meerkosten bij het inhuren van specialistische aanbestedingskennis. De aanleiding/aard van deze kosten heeft een structurele component.

Incidenteel

  • Per saldo een nadeel op centraal management als gevolg van het ophogen van personeelsvoorzieningen (-€ 499.000) en de kosten van projectleiding assetmanagement (onderhoudsfilisofie waarin alle bedrijfsmiddelen worden betrokken zodat een afgewogen keuze wordt gemaakt voor een balans tussen bedrijfszekerheid en kosten) (-€ 253.000). Hier staat een positieve budgetruimte tegenover op het centrale inhuurbudget (€ 83.000) en het budget diversiteit (€69.000)
  • Nadeel (-€ 473.000) op informatiebeleid en automatisering door met name hoge inhuurkosten voor dit organisatieonderdeel.
  • Nadeel (-€ 83.000) op Omgevingswet in verband met de noodzakelijke implementatie kosten van deze wetgeving. Voor de Omgevingswet is vanaf 2021 structureel budget opgenomen in de begroting.

Netto lasten programma Besturen en Organiseren

(Bedragen in miljoenen €)

Netto lasten bo

Investeringen programma Besturen en organiseren

Investeringen bo

Netto investeringen Besturen en Organiseren

(Bedragen in miljoenen €)

Netto investeringen bo.jpg

Ten opzichte van de Begroting 2020 (€ 10,2 miljoen) is bij de meerjarenverkenning 2021-2030 een verhoging te zien van de investeringen naar € 11,2 miljoen.

Dat werd veroorzaakt door een doorschuif van het project modernisering huisvesting en ICT uit 2019 en de noodzaak om het datacenter te verhuizen binnen het gebouw Almelo en de noodzakelijke vervanging van de noodstroomvoorziening.

De BVR liet een bijstelling zien van de investeringsbegroting naar € 6,8 miljoen. Dit werd veroorzaakt door een grote doorschuif van een tweetal investeringen naar 2021: het project modernisering huisvesting en de digitalisering interne processen.​ Daarentegen was voor investeringen in iVeiligheid en continuïteit evenals voor Digikompas meer nodig in 2020.

Het jaarresultaat laat een realisatie zien van € 5,3 miljoen. De bijgestelde BVR begroting was te optimistisch.

Bij project modernisering huisvesting is een aantal zaken toch niet tot uitvoering gekomen terwijl dat wel in de planning voor 2020 was opgenomen. Dat betreft de volgende deelprojecten: de begane grond in Almelo, de aanpassing van de locatie Hardenberg, de toegangsbeveiliging in Almelo en de aanpassing van de voorlichtingsruimte in Emmen (tezamen € 1,4 miljoen).

De realisatie van andere onderdelen komt grotendeels overeen met de bijgestelde BVR begroting. Kleine afwijkingen in de plus en min vallen weg tegen elkaar.

Investeringsprojecten 2020 Besturen en Organiseren

(Bedragen in miljoenen €)

Investeringsprojecten bo

Toelichting

Mede door de lockdown is voortvarend gewerkt binnen het project Modernisering huisvesting aan de verbouwing van de drie verdiepingen in Almelo: deze zijn in 2020 alle opgeleverd (€ 2,8 miljoen). Vanuit het project Modernisering ICT is de uitrol van het videovergaderen als gevolg van de coronacrisis versneld opgepakt.

Het ICT datacenter is verhuisd naar een andere verdieping en is gebouwd volgens de meest actuele richtlijnen zodat de voorziening de komende jaren zijn functie goed kan vervullen. Tegelijk met dit project is de noodstroomvoorziening vervangen (tezamen € 700.000).  Ook is in het kader van de inrichting van de werkplek een grote stap gezet om de medewerkers te voorzien van de nodige ICT hulpmiddelen om zijn of haar werk tijd- en plaats onafhankelijk te kunnen doen (€ 500.000).

Netto investeringen projecten bo