Programma Waterketen: wat hebben we bereikt en wat hebben we daarvoor gedaan?


Het programma waterketen draagt vooral bij aan het bereiken van een goede waterkwaliteit door de zuiveringen, gemalen en persleidingen (transportleiding voor rioolwater van een woonkern naar de rwzi) in goede toestand te houden. Het zuiveren van afvalwater kost veel energie, maar in de waterketen zijn er ook veel mogelijkheden om energie op te wekken. Daarom wordt binnen dit programma waterketen specifiek stilgestaan bij de energiecomponent van het duurzaamheidsdoel. Voorts is in het hele zuiveringsproces een goede organisatie van vele soorten informatie van bijzonder belang. Daarom wordt als onderdeel van het uitvoeren van assetmanagement (onderhoudsfilisofie waarin alle bedrijfsmiddelen worden betrokken zodat een afgewogen keuze wordt gemaakt voor een balans tussen bedrijfszekerheid en kosten) daar extra op gestuurd.

Inhoudelijke informatie

Wat heeft het gekost?

Netto lasten van het programma

In het jaarverslag 2020 komen de netto lasten uit op € 45,3 miljoen. Ten opzichte van het bestuurlijk voortgangsrapport (BVR) 2020 vallen de netto lasten daarmee op een begroting van € 45,5 miljoen uiteindelijk € 232.000 (0,5%) lager uit. Hieronder zijn de voor- en nadelen weergegeven:

Voordelen ten opzichte van de BVR 2020 (€ 1,1 miljoen)

Structureel

  • Lagere gaskosten (€ 50.000) door structureel teruggelopen aardgasverbruik.

Incidenteel

  • Vrijval van onvoorzien programma waterketen (€ 160.000).
  • Lagere onderhoudskosten (€ 97.000) voor beheers- en planmatig onderhoud.
  • Lagere anti-afhaaksubsidie (€ 99.000) wegens definitieve beschikkingen over oude jaren.
  • Hogere opbrengsten uit grensoverschrijdend afvalwater (€ 96.000) als gevolg van een hoger aantal geheven vervuilingseenheden bij de buurwaterschappen en afrekeningen over 2019.
  • Lagere aan programma waterketen toegerekende personeelslasten en overhead (€ 584.000) met name als gevolg van (nog) niet ingevulde vacatures, hogere detacheringsopbrengsten en lagere laboratoriumkosten.

Nadelen ten opzichte van de BVR 2020 (€ 0,9 miljoen)

Structureel

  • Hogere kosten voor afvalverwerking (€ 50.000) als gevolg van meer afval bij influentgemalen.
  • Hogere kosten voor industriële reiniging van installaties (€ 175.000) met name als gevolg van industriële reiniging voorafgaand aan het starten en/of opleveren van projecten.

Incidenteel

  • Hogere slibverwerkingskosten (€ 123.000) met name als gevolg van meer geproduceerd slib door aandeelhoudende en niet-aandeelhoudende waterschappen wat heeft geleid tot hogere opslagkosten.
  • Kosten voor het verhelpen van calamiteiten (€ 78.000) aan rioolwaterzuiveringsinstallatie Ootmarsum en persleiding Gramsbergen.
  • Hogere kosten voor chemicaliën (€ 132.000) als gevolg van meer geproduceerd slib en het (blijven) voldoen aan fosfaat- en ammoniumverwijderingsrendementen inclusief bijbehorende vergunningseisen.
  • Hogere elektriciteitskosten en energiebelasting (€ 120.000) en lagere SDE-subsidie (€ 98.000) met name als gevolg van een vertraagde inbedrijfstelling van de energiefabriek Hengelo en latere inbedrijfstelling van een aantal zonnevelden.
  • Hogere huurkosten (€ 20.000) als gevolg van tijdelijke huisvesting op locatie Hengelo t/m 2022.
  • Hogere bijdragen aan samenwerkingsverbanden (€ 66.000) wegens een incidenteel verhoogde bijdrage in 2020.

Netto lasten programma Waterketen

(Bedragen in miljoenen €)

Netto lasten wk

Investeringen programma Waterketen

Investeringen wk

Netto investeringen Waterketen

(Bedragen in miljoenen €)

Netto investeringen wk.jpg

Investeringsprojecten 2020 Waterketen

(Bedragen in miljoenen €)

Investeringsprojecten wk

Toelichting

Op basis van bovenstaande grafiek en onderstaande investeringsoverzicht van de grootste projecten valt op te merken dat de uitvoering van de Energiefabriek een groter beslag op de investeringsmiddelen heeft gelegd dan bij de Begroting 2020 voorzien. Dat heeft enerzijds te maken met een vertraging waardoor kosten uit 2019 naar 2020 zijn verschoven en anderzijds met de kostenstijging van €750.000 waar het algemeen bestuur toestemming voor heeft verleend. In 2021 optimaliseren we de werking van de Energiefabriek. Ook worden voordoende (kleine) onvolkomenheden opgelost.

Voor de vervangingsinvesteringen geldt dat bij de prognose voor de Begroting 2020 alvast rekening is gehouden met meer bestede middelen in 2019, waardoor de jaarschijf 2020 moest worden verlaagd. Ook was gerekend op het daadwerkelijk ontvangen van een subsidie van € 900.000 in relatie met werk aan de zonnevelden en de  Energiefabriek. Met de extra investeringsmiddelen die beschikbaar kwamen bij het vaststellen van de MJV werd het mogelijk toch het gewenste pakket aan vervangingsinvesteringen, inclusief die aan de slibverwerking op de RWZI (rioolwaterzuivering) Hengelo in uitvoering te nemen. Uiteindelijk is het totale pakket aan vervangingsinvesteringen duurder uitgevallen en is de geplande subsidie niet in 2020 ontvangen, maar zal deze in 2021 tot uitbetaling komen. De krapte op de markt voor technische projecten met een groot aandeel werktuigbouw, elektrotechniek, PA en ICT leidt tot een hoger kostenniveau voor zowel arbeid als materiaal.

Voor de persleidingen (transportleiding voor rioolwater van een woonkern naar de rwzi) en rioolgemalen heeft de aanpak van de persleiding Emmen geleid tot een groter beslag op investeringsmiddelen die bij de MJV 2021-2030 zijn geprogrammeerd. Door o.a. de vondst van archeologische waarden moest het tracé gewijzigd worden waardoor extra kosten gemaakt moesten worden voor kruisingen met de rondweg Emmen en het Bargermeerkanaal.

Als laatste grotere afwijking valt de vertraagde uitvoering van de RWZI Vriezenveen op. Doordat de voorbereiding vanwege capaciteit en Corona langer duurde liepen de uitgaven vertraging op. Inmiddels is de uitvoering in volle gang.

Binnen E&PA vindt nader onderzoek en afbakening plaats van de end of life (EOL) projecten, waarbij een groot deel van de elektrische installatie wordt vervangen. De locaties Nijverdal en Goor komen medio 2021 als eerste in beeld. Hier kan een substantieel effect van uitgaan.

Netto investeringen proj wk