Duurzaam financieel beleid en financiële indicatoren

Gepubliceerd op 22 november 2021

Hierna volgt een aantal indicatoren per programma en de indicatoren met betrekking tot Duurzaam Financieel beleid. Deze indicatoren geven een beter inzicht in hoeverre we op koers liggen om de ambities uit het bestuursakkoord te realiseren, welke ontwikkeling/trend we volgen, in hoeverre we de doelen uit programmabegroting realiseren, maar vooral om het goede gesprek in het bestuur te faciliteren.

Het benoemen en opnemen van indicatoren in de begroting is een onderwerp dat samen met de AB werkgroep ‘Bestuurlijke Verhoudingen’ besproken wordt. Afgesproken is om bij nieuw beleid voortaan een voorstel te doen voor een indicator. Dit proces borgen we in onze beleidsprocedures. Er zijn op dit moment een aantal nieuwe indicatoren in ontwikkeling. Bij ieder moment in de P&C cyclus wordt een afweging gemaakt of we nog de juiste indicatoren hanteren. Hierbij hanteren we een maximaal aantal van 12 indicatoren dat wordt opgenomen in de producten van de P&C cyclus.

Indicatoren Duurzaam Financieel Beleid

We zetten in op een duurzaam financieel beleid. Onder ‘duurzaam financieel beleid’ verstaan wij: ‘Het verrichten van (wettelijke) taken en opgaven bij een structureel sluitende exploitatiebegroting, een bestendig investeringsvolume met een aanvaardbare schuldpositie, tegen een maatschappelijk aanvaardbare lastendruk voor huishoudens en bedrijven en voldoende reserves in relatie tot het risicoprofiel, waarbij dit wordt beschouwd over een periode van tien jaar.’ De komende jaren worden gebruikt om de lastendrukstijging te beperken en op de lange termijn de relatieve schuldpositie te stabiliseren, waarbij tevens ruimte voor beleidsintensiveringen is.

Het financieel beleid is geen geïsoleerd beleid, maar dient in samenhang te worden gezien met de taken en opgaven van het waterschap. De financiën van een waterschap staan niet op zichzelf, maar zijn een afgeleide van de taken. De doelstellingen van het waterschap, wat het wil bereiken en wat het daarvoor doet, heeft invloed op hoe het er financieel voor staat en wat het betekent op de belastingontwikkeling in het gebied. In onderstaande raderwerk wordt dit verbeeld:

Raderwerk

Hierna geven wij de indicatoren weer die voortkomen uit het kader van duurzaam financieel beleid. Ook benoemen we de belangrijkste financiële inzichten. In de volgende hoofdstukken worden de indicatoren voor de programma's benoemd en toegelicht.

De kaders voor duurzaam financieel beleid leiden ertoe dat we scherp aan de wind varen. De indicatoren voor een duurzaam financieel beleid volgen we. Deze zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat wij de (wettelijke) taken en opgaven verrichten:

  1. binnen een structureel sluitende exploitatiebegroting;
  2. met een bestendig investeringsvolume;
  3. met een aanvaardbare schuldpositie;
  4. tegen een maatschappelijk aanvaardbare lastendruk voor huishoudens en bedrijven;
  5. en voldoende reserves in relatie tot het risicoprofiel;
  6. waarbij dit wordt beschouwd over een periode van tien jaar.

Een sluitende exploitatieberekening, die in de periode 2022 - 2024 gerealiseerd moet worden door invulling te geven aan de taakstelling van in totaal € 6,06 miljoen. We volgen dit met de indicator "taakstelling 2022 - 2025". In de MJV 2022 - 2031 is een gebalanceerd pakket aan maatregelen voorgesteld om de exploitatiebegroting structureel sluitend te krijgen binnen het afgesproken lastendrukkader.

De aanvaardbare schuldpositie wordt beoordeeld aan de hand van het aandeel van de kapitaallasten in de exploitatielasten. Hogere investeringen veroorzaken een hogere schuld en hogere kapitaallasten (jaarlijkse rente en afschrijvingen). Het streven is om het aandeel kapitaallasten in de exploitatielasten niet hoger te laten zijn dan 30%. Het doel voor de relatieve schuldpositie is 300%. Wij beschouwen dat over een periode van 10 jaar. De indicatoren die we hiervoor volgen zijn de "absolute en relatieve netto schuld" en "absolute en relatieve omvang kapitaallasten"

De gemiddelde lastendrukstijging voor 2022 t/m 2024 is 3,4% terwijl deze naar verwachting vanaf 2025 - op basis van de huidige inzichten en uitgangspunten - 3,0% zal bedragen. Dit is een scherpe koers waarbij extra ambities en ontwikkelingen met een structureel of incidenteel effect zullen leiden tot keuzes en herprioritering. Daarbij kan ook het lastendrukkader opnieuw beoordeeld worden. Wij gaan uit van een continuering van de systematiek van het egaliseren van tarieven door de bestemmingsreserve tariefsegalisatie. Een eventueel positief jaarrekeningresultaat wordt toegevoegd aan deze bestemmingsreserve. De indicator die we volgen is de "gemiddelde jaarlijkse lastendrukontwikkeling huishoudens en bedrijven".

Het weerstandsvermogen bestaat uit een inventarisatie van de risico's ten opzichte van beschikbare reserves om die risico's op te vangen. De norm voor het weerstandsvermogen is een factor van tussen de 1,0 en 1,4. De indicator die we volgen is het "weerstandsvermogen".

Dividend NWB

In de Meerjarenverkenning 2022-2031 is afgesproken om het extra dividend van de NWB over 2020 van € 2.200.000 voor 2022 (€ 550.000) en 2023 (€ 550.000) in te zetten voor matiging van de lastendruk en dit voor 2024 en 2025 aan te wenden voor de reserve Beleidsintensiveringen.  Dat is in deze PB 2022-2025 zo verwerkt en is ook in paragraaf 5.5 opgenomen.

Als er meer dan € 3,6 miljoen dividend over 2021 wordt uitgekeerd, wordt voor de aanwending daarvan een voorstel gedaan bij de MJV 2023-2032 of de volgende begroting.


Totaaloverzicht indicatoren duurzaam financieel beleid