Vraag en antwoord index
Het programma waterketen heeft een omvangrijke opgave, welke stevig onder druk staat. Naast het bedrijven van de installaties is een groot vernieuwingsprogramma en uitbreiding van diverse zuiveringen gepland. Daar bovenop doet de invoering van assetmanagement (onderhoudsfilisofie waarin alle bedrijfsmiddelen worden betrokken zodat een afgewogen keuze wordt gemaakt voor een balans tussen bedrijfszekerheid en kosten) een extra claim op de schaarse personele bezetting. Het zo goed mogelijk verdelen van capaciteit en kunnen organiseren van aanvullende capaciteit is dan ook essentieel en randvoorwaardelijk om de opgaven voor 2022 gerealiseerd te krijgen. Ook de roerige marktomstandigheden veroorzaken onzekerheid over de haalbaarheid van onze opgaven.
Infrastructuur op orde
Infrastructuur op orde blijft van primair belang om de huidige zuiveringen, gemalen en persleidingen (transportleiding voor rioolwater van een woonkern naar de rwzi) voldoende prestaties te laten behouden. Daarbinnen is de grootste opgave om de elektrische installaties en procesautomatisering op tijd te vervangen voor een toekomstgericht systeem. Deze vormen namelijk het hart van de besturing van het zuiveringsproces. Hiervoor is het programma PRAUT geformuleerd.
Begin 2021 heeft het algemeen bestuur een protocol complexe projecten vastgesteld met als doel om meer sturing te geven op de start, uitvoering en afronding van een groot project. Het programma PRAUT, dat als doel heeft om de sturing van de waterketen, de elektrische installaties en procesautomatisering van de rwzi (rioolwaterzuivering)'s te moderniseren, is medio 2021 aangemerkt als complex project. Om deze reden zal voor dit reeds lopende programma aan het algemeen bestuur begin 2022 een Stand van zaken notitie worden opgeleverd.
Ook de andere onderdelen van de zuiveringen moeten op orde worden gehouden. Daarvoor worden door het team techniek en onderhoud vervangingsinvesteringen gepland en uitgevoerd. De grote vervangingen, zoals de beluchtingen van de rwzi's Emmen en Hengelo worden door het team projecten voorbereid en uitgevoerd. Deze werkzaamheden zijn essentieel om de zuiveringsrendementen (zie de figuur hieronder) te kunnen behalen met een zo effectief en efficiënt mogelijke inzet van energie.
De afgelopen jaren zijn de nodige oude zuiveringen aangepast en beter in staat zijn om biologisch fosfaat te verwijderen. Dit is alleen in de jaren 2015-2017 tot uitdrukking gebracht met een hogere streefwaarde voor het zogenaamde gebiedsrendement voor fosfaat (zie onderstaande grafiek). De resultaten uit de afgelopen jaren laten zien dat bij de normale bedrijfsvoering 87% van het fosfaat (gebiedsbreed) kan worden verwijderd. De streefwaarde voor het gebiedsrendement kan daarom vanuit het stand-still beginsel worden verhoogd tot 87%. Dit vraagt geen extra inspanningen indien de normale bedrijfsvoering wordt gevolgd.
Waterkwaliteit
Op gebied van waterkwaliteit zetten we in 2022 in op maatregelen waardoor ruimere maatwerkbesluiten beperkt kunnen worden en anticiperen we waar nodig op de KRW-eisen voor het oppervlaktewater.
Door de beluchtingselementen van de rwzi Emmen te vervangen kunnen we naar verwachting weer voldoen aan de eisen uit het Activiteitenbesluit (besluit van de minister op basis waarvan vergunningverlening plaatsvindt.) en het maatwerkbesluit opheffen. De aanpassing van de beluchting van de rwzi Hengelo is volop in voorbereiding. De oplevering vindt echter in het najaar plaats waardoor het maatwerkbesluit voor de rwzi Hengelo, dat loopt tot maart 2022, voor een beperkte tijd moet worden verlengd en kan vervallen in 2023.
In onderstaande figuur is het streven voor het verminderen van het aantal rwzi's met maatwerkbesluiten, alsmede de omvang in VE's weergegeven.
De zuiveringen Ootmarsum en Tubbergen worden zo aangepast dat deze "KRW-kwaliteit" zullen leveren. De uitvoering van de rwzi Ootmarsum start in 2022. De voorbereiding van de rwzi Tubbergen duurt geheel 2022 en wordt begin 2023 afgerond.
In onderstaande figuur wordt de voortgang gepresenteerd van het aantal rwzi's en de hoeveelheid verwerkte VE's dat aan de KRW eisen voldoet.
Duurzaamheid
Het jaar 2022 staat nog volop in het teken van verkennen en plannen maken op welke wijze de CO2 footprint kan worden verminderd. Eind 2021 wordt door het AB richting gegeven zodat in 2022 verdiepende plannen kunnen worden gemaakt. Het toepassen de voorkeursrichting van thermische energie uit afvalwater (TEA) kent een lange doorlooptijd, daarom wordt ook ingestoken op maatregelen die op kortere termijneffect op leveren.
In dat kader worden kansen voor (gezamenlijke) zonnevelden en wind opwek verkend. Daaronder valt de verwachte aanleg van een zonneveld op de rwzi Goor die eind 2022 van start kan gaan.
Uiteraard wordt ook ingezet op vermindering van het energieverbruik, vooral door de beluchtingen van de rwzi's Hengelo, Emmen, Rijssen en Dedemsvaart te verbeteren.
In de figuur hieronder is de geplande en gerealiseerde energieneutraliteit voor het gehele waterschap weergegeven. De jaren 2023 t/m 2030 zijn nog niet ingevuld. De plannen die in 2022 worden gemaakt maken inzicht in het verloop mogelijk.
Als belangrijkste risico's worden op dit moment de beschikbare capaciteit in de organisatie en de prijsontwikkeling in de bouwsector gezien.
De prijsontwikkeling in de periode tweede helft 2020 tot medio 2021 laat op veel deelgebieden een toename van vele tientallen procenten zien. De haalbaarheid van de projecten binnen de geplande investeringen wordt daarmee kritisch. Dit kan, net als in 2021, leiden tot "overschrijding" van de geplande budgetten. In het bijzonder geldt dit voor de deelprojecten van het complexe programma PRAUT, waarbij de procesautomatisering en elektrische installaties toekomstbestendig worden gemaakt. Voortschrijdend inzicht uit de projecten zal vroegtijdig bestuurlijk gedeeld worden conform het protocol complexe projecten.
Waar de prijsstijging rekenkundig met een ophoging van het budget mogelijk gemaakt kan worden, is het capaciteitstekort van vakmensen een nog grotere uitdaging. In diverse sectoren is de krapte aan personeel groot, zodat inhuren of uitbesteden ook slechts beperkt of geen oplossing biedt. Dit kan leiden tot "onderschrijding" van de geplande budgetten en vertraging in het bereiken van de doelen.
De ontwikkeling van energietarieven is voor de waterketen als grote gebruiker een risico, maar biedt ook (kleine) kansen omdat de haalbaarheid van projecten t.b.v. duurzame opwekking sneller wordt bereikt.
Samen met waterschappen in Oost Nederland, onderwijs, onderzoeksinstellingen en bedrijfsleven is een subsidieaanvraag ingediend bij het Nationale Groeifonds, onder de titel 'de waterfabriek van de toekomst'. De waterkwaliteit staat onder druk en er zijn daarom extra investeringen nodig. Bij honorering biedt dit de kansen extra waterkwaliteitsopgaven met bijbehorende investeringen te realiseren, welke dan (evenredig) worden gecompenseerd door dekking vanuit subsidie-inkomsten.
Netto kosten (bedragen in miljoenen euro's)
Netto kosten zijn de kosten die aan een programma worden toegerekend en waarvan zijn afgetrokken de opbrengsten (met uitzondering van de belastingopbrengsten en andere algemene opbrengsten) die aan het programma worden toegerekend. Op hoofdlijnen bestaan de netto kosten uit kapitaallasten, (toegerekende) personeels-/overheadkosten en overige kosten, elk voor circa 1/3e deel. De verhoging van de netto-kosten binnen dit programma ten opzichte van 2021 is te verklaren door het inboeken van de taakstelling zoals opgenomen in de MJV 2022-2031 (waarbij binnen P2 ook budget extra beschikbaar is gesteld als structurele min/autonome ontwikkeling). Daarnaast worden de budgetten geïndexeerd en zijn ten opzichte van de MJV 2022-2031 een aantal autonome ontwikkelingen ontstaan. Deze autonome ontwikkelingen tellen op tot een negatieve bijstelling van € 0,4 miljoen in 2022 naar uiteindelijk een neutrale bijstelling van € 0,0 miljoen in 2025. De effecten ontstaan o.a. door lagere kosten voor de slibeindverwerking en nadelen door duurdere elektriciteitscontracten, hogere energiebehoefte voor rwzi (rioolwaterzuivering) Hengelo/energiefabriek, en als gevolg van (meer) digitalisering.
Het totaal van de middelen in dit programma worden bijvoorbeeld besteed aan:
- Slibtransport en -eindverwerking
- Plan- en beheersmatig onderhoud
- Energielasten en -belasting
- Chemicaliën
- Industriële reiniging
- Roostergoed- en zandafvoer
- Anti-afhaaksubsidie
Netto investeringen 2021-2025 (bedragen in miljoenen euro's)
Investeringsprojecten 2022 (bedragen in miljoenen euro's)
Toelichting grootste investeringen
De uitvoering van de nieuwbouw Vriezenveen wordt eind 2022 grotendeels afgerond. Door het tot nu toe meevallende beroep op onvoorzien kan de raming op het project met € 0,5 miljoen worden verlaagd, waardoor de jaarschijf 2022 iets lager uitvalt.
Onder de noemer van PRAUT wordt gewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe procesautomatisering (PA), de inrichting van een centrale regiekamer (CRK) en vernieuwing van elektrische installaties (EOL) van verschillende rwzi's. De uitvoering van de vervanging van de elektrische installatie in Nijverdal, welke onderdeel is van PRAUT, vormt een groot deel van de geplande investering en zal vooral zijn beslag krijgen in 2022.
In 2022 zullen reguliere vervangingen en optimalisaties worden uitgevoerd in het kader van Vervangingsinvesteringen. Hierbij moet gedacht worden aan vervanging van versleten pompen, beluchtingselementen, mechanische aandrijvingen en elektromotoren.
De ombouw van de rwzi Ootmarsum naar klassieke nabezinking en tegelijk het verhogen van de effluentkwaliteit voor de KRW zal in 2022 in uitvoering komen.
De aanpak van de beluchting Hengelo heeft in 2021 enige vertraging opgelopen, tevens valt de investering hoger uit dan bij de MJV 2022-2031 was begroot. De totale kosten stijgen met € 0,3 miljoen tot € 2,8 miljoen.De gunning van het project is nu eind 2021 voorzien. De jaarschijf in 2022 voor dit project stijgt door de vertraging van € 0,5 miljoen naar € 2,2 miljoen.
Op de rwzi Emmen worden de beluchtingselementen vervangen en wordt gewerkt aan de voorbereiding van aanvullende werkzaamheden voor een grootschalige aanpak van de beluchting.
De vervanging van de roosterharken van de rwzi Enschede, die aan het eind van hun levensduur zijn, is in 2021 voorbereid en aanbesteed. De uitvoering vindt in 2022 plaats.
In 2022 vindt de verdere voorbereiding van de vernieuwing van de rwzi Tubbergen plaats zodat het werk qua uitvoering in 2023 kan starten.
De renovatie van de 6 rioolgemalen die in 2021 is gestart wordt in 2022 afgerond.
Onder de overige investeringen vallen b.v. de volgende fase zonnevelden, de wijziging van slibkoeksilo's in Emmen, afronding van de persleiding Emmen en de vervanging van beluchtingen o.a. in Dedemsvaart en Rijssen.
Om de uitzetting in enkele projecten, zoals o.a. de vernieuwing van de elektrische installatie van de RWZI Goor, de glasvezelkabel in Enschede en de beluchting in Hengelo, mogelijk te maken worden de aanpassingen voor de KRW van de RWZI's Oldenzaal en Goor voor in totaal €1,5 miljoen vertraagd tot 2026.
Voor dekking van de btw-naheffing (ca. €1,5 miljoen) op de investeringen in de slibverwerking Hengelo worden tijdelijk middelen uit de zonnevelden (duurzaamheid) ingezet. Omdat deze investeringsruimte expliciet is gekoppeld aan de aanleg van zonnevelden zal deze tijdelijke verschuiving bij de MJV 2023-2032 moeten worden hersteld.