Terugbrengen van kronkels/bochten (meanders) in de beek.


Het terugbrengen van de meanders is vaak één van de eerste maatregelen die we nemen, vooral in beken die halverwege de vorige eeuw al zijn rechtgetrokken. Door de nu weer bochtige beken en rivieren krijgt het water een langere weg en worden de stroomsnelheden lager maar wel gelijkmatiger, wat gunstig is voor planten en dieren.

De hoge afvoerpieken, periodes waar snel veel water wordt afgevoerd, zijn dan voorbij. Tijdens die pieken spoelen alle kleine waterdieren letterlijk weg wat slecht is voor de biodiversiteit. Het stromende water zal in meanderende beken op een natuurlijke manier blijven bewegen. Daarbij vindt een proces plaats van erosie of afkalving in buitenbochten en aanzanden in binnenbochten. Beek gebonden flora en fauna gedijen daar goed bij.  Op de miniatuur strandjes langs de waterlijn ontstaat steeds weer nieuwe oevervegetatie; libellen klimmen uit hun poppen en loopkevers en oevervogels jagen op nog kleiner grut.