Agrariërs en waterschap meten samen de kwaliteit van het oppervlaktewater
Agrariërs en waterschap Vechtstromen meten samen de waterkwaliteit in het gebied. In april werd hiermee gestart in de omgeving van het Drentse Schoonebeek. Vanaf nu gebeurt dat ook in Twente. In de omgeving van Fleringen en Reutum wordt het jaar rond gemeten in twee beken. Het doel is samen een goed beeld krijgen van de herkomst en verspreiding van stikstof en fosfor in het oppervlaktewater.
De metingen worden uitgevoerd in de Haverkampsbeek en de Polbeek
Deze beken ontspringen in Twente en voeren daarmee alleen water uit het eigen gebied. Kenmerkend aan het stroomgebied zijn de hoogteverschillen, agrarische bedrijven, de aanwezigheid van een riool overstort (noodvoorzieing in een rioolstelsel waarmee bij grotere buien regenwater en verdund rioolwater op het oppervlaktewater wordt geloosd) bij het dorp Fleringen en veel kleine individuele afvalwaterinstallaties (IBA (meestal kleine installatie voor de individuele behandeling van afvalwater)’s). Die installaties lozen op de bodem of direct op de beken. De metingen moeten een beeld geven van de invloed van de verschillende activiteiten in het gebied op de waterkwaliteit.
Meten met boeren
Het waterschap wil het meetprogramma voor de waterkwaliteit verder verbeteren. Hiervoor is de samenwerking gezocht met LTO (land en tuinbouw organisatie) Noord, de belangenvereniging voor de agrarische sector. In het project ‘meten met boeren’ meet een aantal agrariërs de waterkwaliteit in hun eigen omgeving. Het waterschap meet in dezelfde beken. Zo ontstaat een goed totaalbeeld. Wilbert Siebring, dagelijks bestuurder van het waterschap daarover: “Ook agrariërs zien de noodzaak om beter in beeld te krijgen waar stoffen in het water vandaan komen. Ik vind het een hele mooie ontwikkeling én lovenswaardig dat ze de handschoen hebben opgepakt en samen met ons aan de slag gaan”.
Samen een plan maken
In totaal worden op 12 plekken in de twee beken metingen verricht door waterschap en agrariërs. In samenwerking met gemeente Tubbergen worden meetgegevens van de riooloverstort en IBA’s gebruikt. Er is een gezamenlijk plan gemaakt om te zorgen dat de metingen een goed beeld geven van de kwaliteit van het oppervlaktewater en een mogelijke relatie met de verschillende activiteiten.
Stefan Banierink, bestuurder van LTO Noord: “Als agrariërs weten we vaak niet precies hoe het staat met de waterkwaliteit in het oppervlaktewater rondom onze bedrijven. We willen daar beter zicht op krijgen. Juist daarom is het waardevol om samen op een constructieve manier te leren over waterkwaliteit.
Onafhankelijk kennisinstituut kijkt mee
De agrariërs meten maandelijks en het waterschap om de twee weken. Een onafhankelijk kennisinstituut kijkt mee of de metingen goed verlopen. De metingen maken zichtbaar hoe de twee voedingsstoffen stikstof en fosfor door het jaar variëren. Dit geeft meer inzicht in de mogelijke herkomst en verspreiding van deze stoffen in het oppervlaktewater. Als dat helder is, kan vervolgens gewerkt worden het terugdringen van de hoeveelheid stoffen in het water.