Ons water moet, zowel ecologisch als chemisch, van goede kwaliteit zijn. Schoon water is de basis voor een veilige leefomgeving en drager van natuur- en landschapskwaliteit


Schoon water realiseren we alleen samen met inwoners, bedrijven en andere overheden. Wij signaleren waar waterkwaliteitsproblemen optreden en spreken onze partners daarop aan. Het voorkomen van watervervuiling bij de bron, stimuleren we door voorlichting en controle op het naleefgedrag. Waar dit nodig is, zuiveren we ons afvalwater verdergaand. Voor een goede ecologische kwaliteit zorgen we daarnaast, in afstemming met de grondgebruikers, voor een natuurvriendelijke inrichting en beheer van onze waterlopen.

Schoon water is de basis voor een aantrekkelijke leefomgeving. De doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water vormen hiervoor het belangrijkste (wettelijke) kader. Bronaanpak (aanpak die gericht is op het voorkomen van emissies), verbeterde zuivering op de rioolwaterzuiveringsinstallaties, alsmede natuurvriendelijke inrichting van waterlopen moeten hiervoor zorgen. De emissies vanuit industrie, verkeer en landbouw hebben een grote impact op de waterkwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Dit komt door de geringe verdunning met hemelwater (regen en sneeuw) of het ontbreken van wateraanvoer. Deze sectoren moeten zelf de noodzakelijke maatregelen nemen, al dan niet onder druk van regelgeving. Wij stimuleren en ondersteunen industrie en landbouw, onder meer aan de hand van programma’s als het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer en Blauwe Diensten. Maar ook zijn we het bevoegd gezag voor het handhaven van allerlei regels en vergunningen voor bedrijven en inwoners in het waterbeheer. We gaan daarbij altijd in gesprek en hebben oog voor ieders belang. Maar we zien er ook op toe dat regels nageleefd worden met het oog op het collectieve belang. De samenwerking met gemeenten, provincies en omgevingsdiensten (samenwerkingsverband van overheden) willen wij hierbij versterken.

Ook een goede, natuurlijke inrichting is belangrijk voor een rijk waterleven als onderdeel van een goede waterkwaliteit. De “traditionele” inrichting (met diepe watergangen en steile en kort gemaaide taluds) heeft het voordeel van zuinige omgang met de in ons land beperkt beschikbare ruimte, maar het nadeel van ecologische verarming en te snelle afvoer van water. Met een meer natuurlijke inrichting zoeken we ook op dit vlak naar een nieuwe balans, die een directe relatie heeft met de (klimaat)maatregelen om de bodem als waterreservoir beter te benutten. Een meer natuurlijke inrichting draagt namelijk zowel bij aan meer biodiversiteit in en direct langs het water, maar zorgt ook voor minder droogte in landbouw- en natuurgebieden. Dit heeft meteen een positief effect op onze bijdrage aan Natura 2000, de vermindering van onze CO2-voetafdruk en de verbetering van de bodemkwaliteit.