Zoetwatervoorziening Oost-Nederland (ZON)


Ons klimaat verandert. Het wordt ‘s zomers warmer en droger. Beken en andere waterlopen vallen vaker droog en dalende grondwaterstanden komen vaker voor. Het wordt niet alleen droger maar ook zullen heftige (regen)buien in de zomer vaker voorkomen. Die buien kunnen wateroverlast geven. Langere en hevigere periode van droogte kunnen leiden tot schade aan bijvoorbeeld landbouw, landschap en natuur.

In regio Oost hebben 107 partijen verklaard dat zij het belang inzien van het nemen van zoetwatermaatregelen om de gevolgen van klimaatverandering te beperken. Dit doen zij onder de naam ZON (Zoetwatervoorziening Oost Nederland). Wij zijn een van de partners die samenwerken aan dit programma met onder andere provincies, gemeente, terreinbeheerders, natuur- en milieufederaties, LTO (land en tuinbouw organisatie) en drinkwaterbedrijven.

ZON-maatregelen

Binnen het ZON-programma werken de deelnemende partijen samen aan maatregelen tegen de gevolgen van klimaatverandering, zoals wateroverlast en droogte.

Pilots in samenwerking met onze partners

Aannemer Welhuis plant loofbomen waar eerst naaldbos heeft gestaan (Lonnekerberg)

We begeleiden en faciliteren pilots van onze partners zoals landschap Overijssel of Natuurmonumenten. Een voorbeeld is de pilot bosomvorming. Hier zetten we naaldbos om naar loofbos. Naaldhout verdampt meer water dan loofhout en bovendien zijn loofbossen – of gemengde bossen – beter voor de biodiversiteit.

Foto: Aannemer Welhuis plant loofbomen waar eerst naaldbos heeft gestaan op de Lonnekerberg.

Onderzoek en proefopstellingen

We doen onderzoek gecombineerd met proefopstellingen/ pilots. Enkele voorbeelden zijn:

  • Springendal (Vasse) waar we het effect van hevige piekbuien in de zomer op de piekafvoer hebben onderzocht. Binnen de programma’s Lumbricus (www.programmalumbricus.nl) en Mineral Valley Twente (www.mineralvalley.nl) bouwen we deze kennis verder uit.
  • In Stegeren waar verschillende onderzoeken en proeven hebben uitgevoerd zoals wormenproef, klimaat adaptieve drainage of de slimme stuw om te kijken of deze maatregelen helpen tegen droogte en wateroverlast.
  • In Breklenkamp in Twente is een pilot van start gegaan om te komen tot een klimaatbestendiger waterbeheer. Binnen de pilot moet door samenwerking tussen inwoners, agrariërs en waterschap Vechtstromen het waterbeheer zo worden ingericht dat weersextremen, zowel droogte als sterke regenval, beter kunnen worden opgevangen.
  • Pilot Haaksbergen: waar we de Infiltratie (het in de bodem brengen van water) van effluent (het in de rioolwaterzuiveringsinstallatie gezuiverde water dat geloosd wordt op oppervlaktewater) uit de zuivering of ‘gewoon’ aanvoerwater in de bodem gebruiken  als maatregel om droogte in landbouwpercelen tegen te gaan.
  • Verschillende pilots waarin we kijken hoe we Bouwen met Natuur kunnen toepassen als maatregel om klimaatrobuustere inrichting te bereiken. Zo verhogen we de bodem met zand in bijvoorbeeld de Snoeyinksbeek bij Losser, de beekjes op de stuwwal van Oldenzaal en de nevengeul bij Junne langs de Vecht.
  • We verhogen de bodem van beken met zand. In de hellende gebieden bepalen niet de stuwen, maar juist de beekbodem tot hoever het grondwater uitzakt. Door de bodem te verhogen kunnen we meer grondwater vasthouden.

Beekherstel

verondiepte beek

In ons hele werkgebied zijn we continue bezig met beekherstel. In droge perioden willen we in onze beken zo lang mogelijk water hebben dus daar is onze uitdaging water vasthouden. Maar in periodes van veel regen moet de beek niet overlopen en geen wateroverlast veroorzaken. We moeten dus op zoek naar een goede balans daartussen. Dit geldt natuurlijk zowel voor onze beken als voor onze rivieren de Vecht, Regge en de Dinkel. Ook daar hebben we soms te maken met extreem veel water. Daarom zijn ook daar maatregelen getroffen om ruimte voor water te creëren. Zo brengen we de rivieren en beken bijvoorbeeld terug in de natuurlijke staat (meanderen) zodat we water langer vast kunnen houden.

Aanpassen van de stuwen

boomstamstuw

De afgelopen jaren zijn er al veel van onze stuwen vervangen. We bekijken daarbij ook in hoeverre deze zo aangepast kunnen worden dat ze ingesteld zijn op weersextremen. Zo kunnen nieuwe stuwkleppen bijvoorbeeld wat langer of breder gemaakt worden, zodat in droge periode het peil hoger opgezet kan worden (water sparen) of dat de aansturing moderner kan.

Soms is het beter om overlaten of stuwtjes te vervangen door verondieping van de beek. Lokale sloten worden ondieper gemaakt of geheel gedempt. Aanwezige duikers worden ook verwijderd, hoger gelegd of verkleind. Op andere plekken worden in de hoger gelegen beken verticale boomstamstuwtjes geplaatst (zie bovenstaande foto) waar het afstromende water tussendoor moet stromen. Door de extra weerstand wordt de afvoer geremd waardoor langer in het gebied wordt gehouden en er benedenstrooms een teveel aan water in een keer wordt voorkomen. Een stuw of vaste drempel (‘overlaat’) kan ook vervangen door een ‘voorde’; een doorwaadbare plek in de beek die door zijn half-open verharding meteen de functie van de oude stuw of vaste drempel vervangt. Het oogt natuurlijker, en door de verharding wordt insnijding van de beekbodem – en daarmee verdroging van de omgeving – voorkomen.

Voorbeeldprojecten ZON

Reggedal Enter

Reggedal

In het project Reggedal Enter, grotendeels gelegen in de gemeente Wierden, hebben we de Regge over een lengte van 10,5 kilometer weer kronkelend gemaakt. Daarnaast is de Regge smaller en minder diep gemaakt om zo verdroging van het gebied tegen te gaan; water stroomt namelijk op deze manier minder snel het gebied uit en het water heeft de mogelijkheid in de grond te trekken waardoor de grondwaterstand wordt aangevuld. Daarnaast zijn de percelen die aan de Regge grenzen natuurlijk ingericht en hebben de functie nieuwe natuur gekregen. Als laatste zijn kades verwijderd waardoor de aanliggende gronden gebruikt worden als bergingsgebied (gebied dat is aangewezen om water te bergen op het maaiveld) voor overtollig water bij bijvoorbeeld extreme regenbuien.

Bargerveen

Veenpluis in het Bargerveen

In het Bargerveen werken we aan een robuust en klimaatbestendig watersysteem waar we naast de bescherming van de natuur ook ruimte willen geven aan beleven en benutten. Het Bargerveen is een van de laatste nog overgebleven hoogveengebieden in Noord-West Europa. Om dit te behouden is het nodig dat er voldoende water in het Bargerveen blijft. Als er namelijk grondwater weglekt naar lager gelegen gebieden, klinkt de veengrond in en kan het veenmos niet meer groeien. Dat zou betekenen dat er geen veen meer wordt gevormd. Daarom is de grondwaterstand in het Bargerveen verhoogd.

Boerenstuwen

Boeren stuw

In ons beheergebied zijn verschillende boerenstuwen (stuwen die bediend worden door boeren) geplaatst. Met boerenstuwen kunnen boeren water beter vasthouden in de haarvaten van het watersysteem. Het zorgt ervoor dat grondwater op perceelniveau stijgt. In de praktijk zien we dat het watersysteem weerbaarder wordt en een stukje van de oorspronkelijke sponswerking terugkrijgt. Dit is vooral te merken aan het snellere herstel na droge perioden.

Nieuwe Drostendiep

Nieuw Drostendiep

In het Nieuwe Drostendiep hebben we maatregelen genomen die ervoor moeten zorgen dat we water vasthouden om verdroging tegen te gaan. Op verworven percelen gaan de beken weer kronkelen en wordt het waterpeil verhoogd. Nieuw Drostendiep kent verschillende bovenlopen zoals Huismaten en de Ooster- en Westermars. Bij de Huismaten gaat het met name om herstel van de beek en het dempen van de sloten.