Bufferstroken
Bufferstroken
Vanaf 2023 is het voor het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) verplicht om bufferstroken langs alle waterlopen te hebben. Vanaf 1 maart 2023 gelden de verplichte bemestingsvrije bufferstroken vanuit de derogatiebeschikking.
In 2024 worden beide geharmoniseerd en is dezelfde breedte van toepassing voor mest en gewasbescherming.
Waterschap Vechtstromen houdt in 2023 toezicht op teeltvrije zones (geldend uit het Activiteitenbesluit (besluit van de minister op basis waarvan vergunningverlening plaatsvindt.) Milieubeheer) Teeltvrije zones . De NVWA is toezichthouder en handhaver van de bufferstroken.
Vanuit GLB mag in de bufferstrook geen mest, chemische gewasbeschermingsmiddelen of biociden gebruikt worden. Vanuit de derogatie is het verboden meststoffen toe te passen in een bufferstrook.
KRW lichamen en bufferstroken

Bufferstroken, minimale breedte langs verschillende waterlopen/ sloten |
Ecologisch kwetsbare waterloop |
Waterloop KRW breedte >10 meter |
Waterloop KRW <10 meter |
Overige waterlopen |
Droge sloot (droog van 1 april tot 1 oktober) |
---|---|---|---|---|---|
Hoofdregel |
5 meter |
5 meter |
5 meter |
3 meter |
1 meter |
Totale oppervlakte bufferstroken >4% van het betreffende referentieperceel, 1e toets |
5 meter |
3 meter |
3 meter |
1 meter* |
1 meter |
Totale oppervlakte bufferstroken >4% van het betreffende referentieperceel, 2e toets |
5 meter |
3 meter |
1 meter* |
0,5 meter* |
1 meter |
Breedte van de bufferstrook
Langs alle wateren geldt in principe een bufferstrook van 3 meter, met een terugvaloptie naar 1 meter als de bufferstrook meer dan 4% van het areaal van een (topografisch) perceel beslaat. Hierbij geldt een verdere terugvaloptie naar 0,5 meter, als ook de 1 meter bufferstrook meer areaal beslaat dan 4% van het perceel. De bufferstrook kan echter nooit smaller worden dan de huidige verplichte teeltvrije zone.
- Bij waterlichamen die voor de Kaderrichtlijn Water zijn aangewezen gaat een bufferstrook van 5 meter Als in dit geval de oppervlakte van de bufferstrook meer dan 4% van het areaal van een (topografisch) perceel beslaat, bestaat de mogelijkheid om terug te vallen naar een smallere bufferstrook van 3 meter. Daarnaast is er een verdere terugvaloptie naar 1 meter, als de 3 meter zone alsnog meer areaal beslaat dan 4% van het perceel en de sloot niet breder is dan 10 meter. Ook hier geldt dat De bufferstrook echter nooit smaller kan worden dan de huidige verplichte teeltvrije zone.
- Voor ecologisch kwetsbare waterlopen gelden deze terugvalopties niet. Hierbij gelden altijd bufferstroken van 5 meter. Deze ecologisch kwetsbare waterlopen zijn aangewezen in bijlage I van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet. In Vechtstromen betreft dit onder andere Diepenheimse Molenbeek, Oelerbeek, Boekelosebeek, Glanerbeek, Elsbeek, Eschbeek, Ruhenbergerbeek, De Dinkel, Snoeyinksbeek, Bloemenbeek, Hazelbeek, Onderbeek, Mosbeek, Springendalsebeek, Rutbeek, Regge, Benedenregge, Bovenregge en Bovendinkel.
Droge sloten
Ook voor droge sloten en greppels geldt dat er een bufferstrook moet worden aangehouden. Het gaat om 1 meter langs sloten, die onder normale omstandigheden, tussen 1 april en 1 oktober droog staan. De definitie van een droge sloot staat in het Activiteitenbesluit (besluit van de minister op basis waarvan vergunningverlening plaatsvindt.) (artikel 3.79, lid 4). Hiervoor is geen kaartmateriaal beschikbaar bij het waterschap. RVO gaat in het percelenregister van de Gecombineerde Opgave aangeven welke bufferstrook/teeltvrije zone van toepassing is op het betreffende perceel op basis van de 4%-regel en op basis van de droge sloten die nu als zodanig bekend zijn. Agrariërs kunnen zelf de bufferstrook/teeltvrije zone controleren als een sloot alsnog als droge sloot aangemerkt kan worden.
Ondernemers kunnen met vragen terecht bij RVO via het telefoonnummer 088-0424242. Alles over bufferstroken (rvo.nl) en Bufferstroken in Mijn percelen (rvo.nl).
Kijk voor meer informatie over het GLB ook op Toekomst GLB.